Diana Sardjoe helpt moeders weer in zichzelf te geloven

Diana Sardjoe heeft een doel: moeders weer laten geloven in hun kracht. Met haar stichting De moeder is de sleutel ondersteunt ze ouders waarvan het kind bezig is met criminaliteit of risico loopt hierin terecht te komen. Omdat Diana als ouder in dezelfde positie heeft gezeten, weet zij als geen ander wat moeders nodig hebben.

“De dag dat een arrestatieteam mijn huis binnenviel, veranderde mijn leven. Tot dat moment had ik wel vermoedens dat het niet goed ging met mijn zoon. Maar wat er echt speelde, wist ik niet. Hij was veertien jaar. Ik maakte me wel zorgen, maar ik kreeg vooral te horen dat het vast gewoon pubergedrag was. Ergens wilde ik het misschien ook niet weten. Maar dan krijg je te horen dat je zoon is opgepakt. Dat hij een straatroof met geweld heeft gepleegd. Dat hij in de Top600 van criminele jongeren staat. En vanaf dat moment word je overspoeld door hulpverleners. De ene na de andere organisatie die jou en zoon moet gaan helpen om weer op het rechte pad terecht te komen. Eerst was ik opgelucht. Eindelijk hulp, dacht ik. Maar al snel voelde ik hoe ik alle regie kwijtraakte. Over mijn gezin, mijn zoons, ons leven.

‘Oh, een alleenstaande moeder, daar heb je het al’
Begrijp me niet verkeerd. Ik had zeker hulp nodig. Ergens wilde ik niets liever dan dat iemand mij de hand zou reiken en zou zeggen: kom maar, wij gaan je helpen. Maar vanaf het moment dat zo’n arrestatieteam je huis binnenstormt, voel je je ook met je rug tegen de muur staan. Je kind staat op een lijst. Je bent een statistiek geworden, voelt je nauwelijks nog mens. Zoveel hulpverleners die je ontmoet, blijken vol vooroordelen te zitten. Oh, een alleenstaande moeder, daar heb je het al. Oh, ze woont in een ‘goede’ buurt, hoe kan dat nou? Ik had het gevoel dat ik me continu moest verdedigen. Soms was ik meer bezig met bewijzen dat ik níet de vrouw was die zij dachten, dan met de hulp krijgen die mijn zoon echt nodig had.

Als je kind in de criminaliteit belandt, krijg je als moeder vooral van heel veel kanten te horen wat je allemaal moet doen, waar je allemaal aan mee moet werken. Je moet zo laat hier zijn, want anders. Je moet op deze tijd hier zijn, want anders. Maar hoe je dat als alleenstaande moeder van een gezin in crisis dan allemaal moet bolwerken, dat moet je maar uitzoeken. Dan moest ik met m’n zoon in de rechtbank verschijnen, maar oppas voor mijn toen achtjarige dochter had ik niet. Of dan werd ik middenin de nacht opgebeld dat ik mijn zoon in een ander stadsdeel van het bureau moest komen halen. En dan vroeg ik: hoe dan? Moet ik mijn dochter dan alleen in bed achterlaten? Of mee naar het bureau nemen? Maar daar werd dan niet over meegedacht. Daardoor krijg je al snel het gevoel zo’n instantie of hulpverlener jouw tegenstander is, in plaats van dat je in hetzelfde team speelt, met hetzelfde doel.

‘Als er iemand bereid is om een kind te redden, dan is het wel de moeder’
Ik realiseerde me al snel dat hier maatschappelijk grote, belangrijke kansen werden gemist. Want denk er maar eens over na: als er iemand bereid is om alles te doen wat nodig is om een kind te redden, dan is het meestal wel de moeder. Als er iemand graag wil dat haar kind geholpen wordt, dan is het wel de moeder. De moeder is de sleutel. De backbone van het gezin. Als de moeder aan boord krijgt, dan heb je kans dat je werkelijk iets kunt bereiken. Maar dan moet je haar wel aan boord trekken. Niet tegenover haar gaan staan, zodat ze in de verdediging en de weerstand schiet. Maar met haar aan tafel gaan zitten. Meedenken. Praten. Kijken. En vooral: luisteren. Want pas als een moeder zich gehoord voelt, zal ze proberen haar kind ook te laten luisteren.

Brief aan de burgermeester
Ik schreef een brief aan wijlen burgemeester Van der Laan, waarin ik mijn zorgen en frustraties deelde. Hij luisterde en wees mij één coach toe, Wouter, die vanaf dat moment alle hulp zou overzien en coördineren en die een gesprekspartner werd die mij als moeder serieus nam. Dat veranderde alles. Iemand tegenover je hebben die naar je luistert. Die jouw situatie kent. Die met je meedenkt. Die jou als mens ziet. Dat is zó bepalend. Zó belangrijk. Dat is dan ook wat ik met mijn stichting ‘De moeder is de sleutel’ probeert te bieden. We ondersteunen moeders waarvan de kinderen in de criminaliteit zijn beland of het risico lopen om erin te belanden. We werken samen met betrokken instanties. Politie. Jeugdzorg. Reclassering. Advocaten. OM. Met altijd hetzelfde doel: de moeder weer in haar kracht zetten. Want die kracht heeft ze hard nodig.

‘Soms is een confrontatie met de harde realiteit hard nodig’
Ook moeders moeten in deze situatie namelijk in de spiegel durven kijken. Soms is een confrontatie met de harde realiteit hard nodig. Iedere moeder is in eerste instantie geneigd haar kind te verdedigen. Tot een zeker punt is dat logisch. Maar het wordt problematisch als je gaat wegkijken, als je de misdaden die je kind begaat, gaat bagatelliseren. Zeker als je in een buurt leeft waar drugscriminaliteit aan de orde van de dag is, worden abnormale dingen snel normaal. Ik sprak eens een moeder die een geweldsdelict van haar zoon wegwuifde, omdat hij het slachtoffer ‘alleen maar in de bil gestoken had’. Dan denk ik: hier gaat iets mis. Hoe moet jouw zoon voelen dat wat hij doet niet kan, als jij er al zo over praat? De moeder heeft een grote invloed, in positieve, maar helaas soms ook in negatieve zin.

“De dag dat een arrestatieteam mijn huis binnenviel, veranderde mijn leven."

Vlucht van de thuissituatie
Ik heb zelf ook harde waarheden in het gezicht moeten kijken. Met mijn zoons gaat het nu goed. Mijn jongste helpt me nu bij de stichting en bij het geven van trainingen. Eén keer zei hij tijdens zo’n lezing iets wat me diep raakte: “Omdat mijn moeder niet gelukkig was, had ik ook geen reden om gelukkig te zijn.” Hij vertelde dat zijn leventje op straat ook een vlucht was van de situatie thuis. Dat deed me ook naar mezelf kijken en het aandeel dat ik zelf in zijn verhaal heb gehad. Ik zat in die tijd niet goed in mijn vel. Worstelde met depressieve gevoelens. Hing na het werken veel in mijn badjas op de bank. Ik was me toen niet bewust van de impact die dat had op mijn kinderen. Ik was vooral bezig met overleven. Nu zie ik in dat de wereld die je thuis voor je kinderen creëert en het voorbeeld dat je ze stelt, ook deels bepaalt hoe ze zich ontwikkelen.

Kijken naar het hele systeem
Ik ben dan ook de eerste om ook naar de verantwoordelijkheid van moeders zelf te kijken. Maar het is ook belangrijk om oog te houden voor het feit dat niet iedere moeder in staat is om die verantwoordelijkheid ten volle te dragen. Gewoonweg omdat er soms al zoveel andere lasten op haar schouders drukken. Of dat nu armoede is of psychische problemen of huiselijk geweld. Als een kind crimineel gedrag laat zien, is het zo belangrijk om niet alleen naar de ‘probleemjongere’ in kwestie te kijken, maar naar het hele systeem eromheen. Hoe zit dat in elkaar? Hoe functioneert dat? Wie zijn de sleutelfiguren? Hoe gaat het met hen? Zijn er misschien andere dingen aan de hand in dit gezin waar dringend hulp bij nodig is? Daar alert op zijn, opmerkzaam zijn, en niet al met een ingevuld plaatje in je hoofd binnenkomen, dát is zo belangrijk.

Moeder is de sleutel
Soms ga ik met een hulpverlener mee op huisbezoek om het eerste contact met een moeder te leggen van wie het kind in de problemen zit. Dat ik zelf ook aan die kant van de deur heb gestaan, dat helpt mij dan enorm. Als ik zie dat een moeder in de verdediging schiet of veel weerstand voelt, dan begrijp ik dat, want ik heb daar ook gestaan. Ik heb dat ook gevoeld. Dat kan ik overbrengen. Die moeder kan zich met mij identificeren. Maar ze ziet ook dat ik nu wél naast die hulpverlener sta. Dat de instanties niet mijn tegenstanders zijn, maar dat ik met hen in hetzelfde team zit. Dat helpt haar om die mogelijkheid ook voor zichzelf te zien. Al is het maar in de toekomst. En dat is de eerste stap. Hoe muurvast een jongere ook lijkt te zitten, een moeder kan in potentie de sleutel zijn die de boel weer openbreekt. Maar dan is één ding cruciaal: dat je haar niet als deel van het probleem benadert, maar als deel van de oplossing.”